Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Ananias ging heen en kwam in het huis; en [25]de handen op hem leggende, zeide hij: Saul, broeder! de Heere heeft mij gezonden, [namelijk] Jezus, Die u [26]verschenen is op den weg, dien gij kwaamt, opdat gij weder ziende en met den Heiligen Geest vervuld zoudt worden. 25. Namelijk tot een teken dat de Heere hem in zijn goddelijk beroep door den Heiligen Geest buitengewoon zou versterken en hem van zijn blindheid genezen; Mark.16:18. Zie hfdst.6 vs.6. 26. Of, van u gezien is. Want dat Christus ook in deze openbaring van Paulus gezien is, blijk vs.27, en hfdst.22 vs.14; of nu dit geschied is door een gezicht des geestes alleen, gelijk hfdst.22 vs.17, of met de ogen des lichaams, eer hij van dit licht verblind werd, wordt niet gezegd. Doch al ware het dat hij hem gezien had met de ogen des lichaams, zo volgt daar niet uit dat het lichaam van Christus op de aarde zou nedergedaald zijn; want dat strijdt tegen hfdst.3 vs.21, en God kon het gezicht van Paulus alzo wel versterken, dat hij Christus in den geopenden hemel kon zien, gelijk hij gedaan heeft het gezicht van Stefanus, hfdst.7 vs.56.